Ga naar de inhoud

Valkuilen voor trainers in etnisch-cultureel heterogene groepen

Twee verhalen:

We doen de privilege walk in een gemengd team, dat elkaar kent, na een hele dag divers-sensitieve training. Tijdens de nabespreking loopt een jonge vrouw huilend de zaal uit. Ze is de confrontatie met haar achtergestelde positie beu. Ze wil daar niet meer staan. En ze wil niet meer daar staan omdat witte mensen iets zouden leren over hun privileges. En de witte mensen die zeggen me: “Je had deze oefening niet mogen doen.”

Ik faciliteer een gesprek met vrouwen ‘uit de doelgroep’ – zo wordt dat dan gezegd. Met vrouwen dus die wonen in een stad, daar soms geboren en getogen zijn én roots hebben in andere culturen. Wanneer we hen vragen wat zij willen voor hun stad zijn er heel wat ideeën, ook hoop, een verlangen om echt te verbinden, om elkaar echt te leren kennen. En er is ook het gevoel dat zij al zo vaak hun hand hebben uitgestoken, eindeloze infosessies gegeven hebben aan die witte mensen, al zo vaak hun verlangens op tafel hebben gelegd bij politici. Ze voelen zich ’gebruikt’ door ons witte mensen, die hen altijd maar gratis en voor niks laten opdraven in trajecten waar zij als professionals in actief zijn. Ik voel de boodschap aankomen. Ook ik sta daar als betaalde facilitator. Achteraf lees ik op de verslagen uit de groepjes volgende zin: “Ik ben maar de buitenlander dus ik kan daar niets aan doen.”

Als witte trainers kunnen we onbewust bijdragen aan het verder bestaan van racisme. De term op zich ‘racisme’ vind ik problematisch, maar voor het goed verstaan van dit begrip sluit ik hier graag aan bij deze definitie van Robin di Angelo. “Racism is an all-encompassing system that works on multiple levels and results in an unequal distribution of privileges, resources and power between white and people of color, with whites as the beneficiaries of that distribution.” De nadruk op het systeem, de structurele discriminatie in plaats van op het persoonlijke niveau, vind ik in deze definitie heel belangrijk; te snel wordt racisme afgedaan, geminimaliseerd vanuit een schuldgevoel van daders tegenover slachtoffers: “Het was niet mijn bedoeling”, “Ik ben geen racist, maar…” of – zoals in het voorbeeld – wordt een schuldige aangeduid om die gevoelens die zo diep raken niet te hoeven voelen. In deze benadering van racisme wordt het structurele element heel duidelijk meegenomen. En dan is bewustwording de sleutel! En dat is iets wat elke mens kan leren, vooral door het in groepen tegen te komen. Want wat in de wereld gebeurt, gebeurt in het hier en nu van groepen.

Bijkomend wil ik nog toevoegen – en daar duidt heel duidelijk dat zinnetje uit het verslag op uit verhaal 2 – dat er nog een ander proces plaatsvindt, dat hiermee samenhangt. Groepsprocessen kunnen ook bijdragen aan geïnternaliseerde onderdrukking. Met geïnternaliseerde onderdrukking bedoelen we de verinnerlijking van vooroordelen die in de dominante cultuur bestaan tegenover minderheidsgroepen. Het kan leiden tot zelfhaat, een laag zelfbeeld, angst. Geïnternaliseerde onderdrukking houdt het systeem in stand, waarbij de dominante groep de lakens uitdeelt. Mensen komen in groepen en hebben vaak al een geschiedenis op dit vlak. En wat er gebeurt in een groepsproces, kan versterken wat aanwezig is of laat het ontstaan.

Ik deel met jullie enkele observaties over deze processen van in- en uitsluiting en daag je uit als interculturele trainer.

1. We denken over racisme als goed en slecht, binair. Een racist is slecht en ik ben een trainer interculturaliteit en wil het goede doen. Het kan niet dat ik discrimineer. Deze valse binaire tegenstelling voedt het al bestaande taboe op discriminatie.

2. Racisme zien we vaak als een gebeuren i.p.v. als een systeem. Als witte profiteren we van het systeem van racisme. Ik krijg witte privileges op kap van iemand anders. Als witte kunnen we dus niet het systeem erkennen, want dan snijden we als het ware in ons eigen vel, dus hebben we het over incidenten en creëren we meldpunten discriminatie. Maar hoe kan je dagelijkse microagressies of onzichtbare systematische achterstelling melden?

3. “Ik heb het zo niet bedoeld”: onze intentie is altijd goed, maar daar gaat het niet om. Als je iets racistisch gezegd of gedaan hebt, is dat niet een kwestie van bedoelingen maar wel van effecten. Kan je het verhaal van de persoon beluisteren? Zonder meteen in het defensief te gaan?

4. We zwemmen in een sterke stroming, maar mensen merken de stroming in de rivier niet op. Ze zwemmen, ze doen hun uiterste best, ze doen dubbel zo hard hun best. En komen maar half zo ver. Privileges zijn onbewust voor zij die ze hebben. Zij die ze niet hebben, moeten vaststellen dat ze iets missen. Vaak wordt hun wel of geen succes dan nog aan henzelf toegewezen en niet aan het systeem.

5. Ras of racisme lijkt niet te bestaan tot er een gekleurde medemens ons trainingslokaal instapt. Tevoren was het een soort neutrale plaats. Zodra we opmerken dat er een gekleurde persoon is en zeker als er maar eentje aanwezig is, realiseren we ons ineens dat we moeten werken aan diversiteit, dat we ons moeten afvragen hoe het komt dat er maar eentje is. Het wordt een thema!

6. Witte mensen kennen geen raciale stress want ze bevinden zich altijd op gekend terrein of tenminste bij mensen van hun ‘eigen soort’. Gekleurde mensen treden vaak een witte zee tegemoet en scannen de ruimte op zoek naar lotgenoten.

7. Als wij over witte fragiliteit spreken, gaat het over dat witte mensen een defensieve reactie tonen of weglopen als het spannend wordt. Maar een gekleurde persoon kan niet weglopen. Het is in feite een wit privilege om ervan te kunnen weglopen. Spanning en stress is dagelijkse kost voor een gekleurde persoon. Naar wie gaat onze empathie en steun dan best uit in een training?

8. Alles is wit en alles wat wit is, is goed. Wit staat centraal en wit is de norm. Veel gekleurde mensen hebben deze norm, deze witte goedheid zelf geïnternaliseerd. Zij verdedigen soms zonder zich ervan bewust te zijn witte waarden en normen. En als ze zich daar vreemd bij voelen, dan denken ze dat het aan hen ligt, dat zij gek of abnormaal zijn.

Hier volgen enkele ideeën waarvan we ons bewust kunnen worden en waardoor we dit subtiel of openlijk aanwezig zijn van onderdrukking en uitsluiting kunnen verminderen of tenminste kunnen opmerken. Zowel in onze relaties, in de organisaties waar we werken, in de politiek, in NGO’s bij activisten en in de wereld is onderdrukking aanwezig. Het is tijd dat we wakker worden!

1. Bewustwording is de sleutel. Alleen houden onze eigen privileges ons onbewust. Dus moet er in ons bewustwordingsproces expliciete aandacht zijn voor bewustwording rond privileges. Wakker worden over wat er in het hier-en-nu gebeurt, maar gerelateerd aan een systeem. Ervaringsgerichte oefeningen als de Privilege Walk kunnen bijdragen aan deze bewustwording. Let echter op dat die bewustwording vooral witte mensen betreft en het voor andersen net een bevestiging van hun ervaringen kan zijn.

2. Als je mensen in duo’s of in groep over dit thema laat spreken, moet er meer dan bij andere thema’s gezorgd worden voor veiligheid. Je kan niemand dwingen om over dit thema te spreken, want ook dat is onderdrukkend. Mensen moeten de keuze hebben om erover in dialoog te willen gaan. Maak mensen eigenaar van hun verhaal.

3. Het is ook belangrijk om te beseffen dat onze manieren om in dialoog te gaan ook erg ‘wit’ zijn. Probeer eens wat tools uit de methode Deep Democracy die er net op gericht zijn de minderheidsstem te horen.

4. Als gekleurde persoon sta je ook meteen aan ‘de andere kant’. Het is een overlevingsmechanisme. We vergeten wat het vraagt om telkens aan die andere kant te staan. Mensen die hun stem laten horen, verdienen onze steun.

5. Ons bewust worden van de rollen die we dragen, kan een vastgelopen proces weer vloeiend maken. Op dat moment, in die plaats, met die groep kan je dan de energie voelen stromen. Maar we werken op een eiland. Helaas is er in de wereld niets veranderd. Dat veroorzaakt frustratie, daar moeten we ons erg bewust van zijn. En daarom is het belangrijk hier in de kamer al aan daar in de buitenwereld te werken! Stop het proces dus niet te vroeg.

6. Vaak voelt zo’n dialoog over bv. racisme voor gekleurde mensen aan als een show die zij opvoeren die vooral ten goede komt aan het leren van witte mensen. Zij leren er zelf weinig tot niets uit en worden gebruikt om anderen bewust te maken. Op sommige momenten zouden we ons kunnen afvragen of we bepaalde thema’s niet in homogene groepen zouden moeten bespreken omdat ons niveau van ervaren zo verschillend is.

In mijn werk met Deep Democracy denk ik dat we sleutels in handen hebben om in de gaten te stoppen die geslagen worden door onderdrukking en uitsluiting. Als we bereid zijn blijvend te werken aan onze eigen bewustwording op dit vlak! Ik ben zelf Deep Democrayfacilitator geworden omdat ik als diversiteitstrainer iets miste. Nu merk ik dat Deep Democracyfacilitatoren te rade gaan bij trainers in interculturele thema’s omdat ze merken dat mensen met andere roots weglopen uit sessies, stilvallen of erg boos worden! Hoe kunnen we ons werk zo doen dat gekleurde mensen zich veilig voelen en witte mensen blijven zitten.

En ik wil er graag aan toevoegen dat ik in deze blog schreef over racisme en witte en gekleurde mensen, maar dat je natuurlijk dit artikel kan lezen vanuit de intersectionele kijk. Voor mij gaat het over sexisme en klassisme als ik aan mijn eigen geïnternaliseerde onderdrukking denk. Voor andere mensen zal het over een ander kruispunt gaan. Maar de valkuilen en de ideeën om ermee aan de slag te gaan blijven zinvol. Wat denk jij?

Laat ons de handen in elkaar slaan en van elkaar leren zodat onderdrukking en uitsluiting in ons werk met groepen een leerrijke ervaring kan worden.